
Foto: Shutterstock
Een recente studie onderzoekt de impact van telezorg op de voorschrijving van stimulantia voor aandachtstekortstoornis met of zonder hyperactiviteit (ADHD) en het risico op middelenmisbruik.
De studie omvat 77.153 patiënten van 12 tot 64 jaar die in 2021 een stimulerend medicijn voorgeschreven kregen, zonder recente voorgeschiedenis van drugsverslaving. Van hen verkreeg meer dan 21.000 hun recept via telezorg. De resultaten tonen een lichte toename van het risico op middelengebruikstoornissen (MUS) in het jaar na de start van de behandeling: 3,7% bij telezorg versus 3,2% bij fysieke consultaties. Na correctie voor psychiatrische comorbiditeiten verdwijnt dit verschil, behalve bij volwassenen tussen 26 en 34 jaar.
Deze groep blijft een verhoogd risico lopen, ongeacht bijkomende psychiatrische aandoeningen. Een mogelijke verklaring is het verlies van ouderlijke ziektekostendekking na 26 jaar, wat leidt tot mere zelfstandigheid in het beheer van de behandeling, zonder toezicht. De bevindingen onderstrepen het belang van een grondige risico-inschatting bij de start en een intensieve opvolging.
De studie wijst ook op het ontbreken van specifieke richtlijnen voor het beoordelen en monitoren van het risico op middelenmisbruik bij de start van de behandeling, ondanks waarschuwingen van gezondheidsinstanties. Met de opkomst van telezorgplatformen en de uitdagingen rond de regulering van stimulantia, roepen deze conclusies op tot een strikter kader voor online voorschriften, met name via aanbevelingen voor screening en opvolging van patiënten.
Hoewel telezorg de toegang tot zorg vergemakkelijkt, is het cruciaal om een evenwicht te vinden tussen toegankelijkheid en het voorkomen van misbruik van stimulantia.