Onderzoekers van KU Leuven en het Broad Institute van de Amerikaanse universiteiten MIT en Harvard hebben in een nieuwe studie een reeks proteïnen geïdentificeerd die in verband kunnen worden gebracht met vier veelvoorkomende hartziekten. De bevindingen kunnen helpen om de hartziekten beter te kunnen voorspellen en beter te behandelen. De studie is donderdag gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Nature Cardiovascular Research.
De wetenschappers gebruikten de gegevens van ruim 44.000 mensen uit de UK Biobank, een Britse databank met gegevens van in totaal ruim 500.000 mensen. Ze analyseerden 1.459 eiwitten, en onderzochten hoe deze eiwitten verband houden met vier hartziekten: coronaire hartziekte of kransslagaderaandoening, hartfalen, voorkamerfibrillatie en aortaklepstenose of hartklepverkalking.
"Er wordt veel onderzoek gedaan naar welke genen en welke mutaties linken hebben met bepaalde ziekten", vertelt eerste auteur Art Schuermans (KU Leuven-Broad Institute MIT en Harvard). "Maar de linken met eiwitten zoeken is nog niet gedaan op deze grote schaal, met deze hoeveelheid aan verschillende eiwitten. Voor een ziekte als hartfalen zijn bijvoorbeeld enkele mutaties gekend, maar de meeste mensen die de aandoening hebben, hebben deze mutaties niet. Daarom hebben wij naar deze piste gekeken."
Uit de analyse wisten de onderzoekers 441 eiwitten te identificeren, die met minstens een van de vier aandoeningen gelinkt kunnen worden. Van een aantal eiwitten is ook een oorzakelijk verband vastgesteld kunnen worden. De eiwitten spondine-1 en adrenomedulline kunnen als oorzaak gezien worden van voorkamerfibrillatie, en de Kunitz-type protease inhibitor 1 voor coronaire hartziekte. Deze eiwitten kunnen aantrekkelijke doelwitten zijn om nieuwe hartmedicatie voor te ontwikkelen.
De bevindingen zijn belangrijk om beter te kunnen voorspellen wie een verhoogd risico heeft om een van de ziekten te ontwikkelen. Hart- en vaatziekten, waartoe deze vier hartziekten behoren, zijn nog steeds een van de meest belangrijke oorzaken van overlijden in België.
"Vooral voor hartfalen en voorkamerfibrillatie hebben we een grote verbetering gezien in het voorspellen ervan", vertelt Schuermans. "Wetenschappelijk gezien zouden we tot een bloedtest kunnen komen die informatie geeft over iemands risico, maar praktisch gezien zijn we daar nog niet. Om na te gaan of het risico op de hartziekten vermindert als de bepaalde proteïnen verwijderd zouden kunnen worden, zijn ook nog veel extra klinische studies nodig."
bron: belga
Delen via e-mail